27 redenen waarom de zomer als kind veel leuker was
“Wacht maar tot je volwassen bent.” Jarenlang leek het mijlen ver weg. Maar inmiddels zijn we er, we zijn volwassen. Dus zegt het voort en herleef: de zevenentwintig redenen waarom als kind de zomer veel leuker was.
In die tijd kon je uitkijken naar minimaal zes weken vakantie, waarin je je zonder verantwoordelijkheden liet meeslepen in een waas van ultieme ontspanning. De ene dag step je in enkel een wit t-shirt door het park. De wind die langs je oren zoeft en honderden andere kinderen die net als jij nog lang niet hoeven te slapen. De andere dag stap je in de auto of het vliegtuig naar een zonnige bestemming. Er is een zwembad waar je dagen in gaat spelen. Een tuin vol onontdekte plekken. En leeftijdsgenoten die een andere taal spreken. Geef niet, want lol maken is een taal op zich.
Waarom de zomer als kind veel leuker was
Wat waren ze goed, hè? Die zomers.
1. Je had altijd een kleur
Kijk maar eens naar de vakantie foto’s, als kind in Frankrijk. Of überhaupt naar foto’s die gemaakt zijn in de vakantieperiode; een gezonde bruine kop en way better highlights.
2. Het vliegveld was als een droom
Niets geen boarding passes, paspoorten en drie jassen onder één arm. Als kind weet je niet waar je moet kijken. En reist alleen de vraag ‘wat er toch aan het einde van de kofferband zou zijn’. Waarschijnlijk een ander universum. ‘Wow! Kijk een piloot, mam!’
3. IJseten maakte je niet dik
Wel intens gelukkig. Daarbij dartel je als kind van hot naar haar en deed die bruine huid je alleen maar nog gezonder lijken.
4. Het zeuren over een bikinilichaam ontbrak, gelukkig
Waar nu de cellulitesdelen en muffin tops in mei beginnen te urmen, is dit als kind zijnde geen punt van aandacht. Wat in één woord ‘heerlijk’ is te noemen.
5. Er was een zomerkamp
Er zijn een aantal dingen waar alleen maar kindervarianten van zijn. Een zomerkamp is er zo één.
6. En een werkloos bestaan (héérlijk!)
De zomervakantie was een hele lange pauze ergens tussen je dagelijkse routines. Niets moet, alles mag. Vervelen, lanterfanten, zalig.
7. Je hoefde nooit op tijd naar bed
Zo konden je ouders nog even keuvelen met een glas wijn, terwijl jij ergens rondhuppelde met je vrienden. Het rook waarschijnlijk naar anti-muggenspray en ook het geluid van de krekels vergeet je nooit meer.
8. Elke zomer maakte je wel nieuwe vrienden
Of dit nu in de straat was of in een exotisch oord, buiten werden vriendschappen gesmeed. Wellicht heb je nog ergens een brief liggen, in gebrekkig Engels, waarin staat dat hij of zij het heel gezellig met je vond. Remember penvriendinnen?
9. Je had drie paar waterschoenen
Roze, gele en doorzichtige met glitters. Want die waren namelijk alleen in het buitenland te koop. Sowieso hadden ze in het buitenland een totaal ander assortiment aan kleding en schoenen.
10. Vakanties waren lang
Nu zijn we blij als we een dag onze telefoons op vliegtuigmodus kunnen zetten. Zonder dat we ook maar enigszins in een vliegtuig zitten, overigens.
11. Waxstrips of wegwerpscheermessen bestonden niet
Ze bestonden wel, maar niet in jouw belevingswereld. Geen wonden wegens een bot mesje of stukken vergeten enkelhaar. Fijn.
12. Tijd speelde geen rol
Of je nu om half acht wakker werd of twee uur later, de dagen in de zomer duurde altijd even lang.
13. Financieel afhankelijk zijn was oké
Alles werd voor je betaald. Je hoefde je geen zorgen te maken over dat ijsje in de dierentuin of de dierentuin an sich. Wow!
14. Je organiseerde geen BBQ, je wás er alleen
Waar het organiseren van een bbq ons nu minimaal een dag kost (en een lege portemonnee), kostte het je als kind hoogstens wat aandacht die je besteedde aan het toekijken naar het BBQ-festijn en rondhangen bij het vuur.
15. De shoppingmalls waren nog groter dan ze nu zijn
In je gedachten waren de schappen tien meter hoog en voor je gevoel kwam er geen einde aan de paden. Ook rook het er naar shoppingmall.
16. Het ontbijt in het buitenland smaakte anders; véél lekkerder
Nee, dan hebben we het niet over die vieze lang houdbare melk. Maar wel over de tientallen ontbijtgranen waaruit je kon kiezen en die je hier niet had.
17. Je mocht gaan shoppen met je moeder
In de zomervakantie vond je moeder het waarschijnlijk tijd voor wat nieuwe kleren. Zo werd hier een dag van gemaakt en kwam je stralend thuis met drie grote tassen. Zo kon je weer een zomervakantie vooruit.
18. Je bleef in het zwembad totdat je compleet verrimpeld was
Gewoon, omdat het kon.
19. Je was voor langer dan een weekend met je familie
Als kind besef je dat niet zo, maar als we er nu aan terugdenken, is zoiets best bijzonder.
20. De dagen deden er niet toe
Grote kans dat iemand je eraan moest herinneren dat het donderdag was.
21.Televisie kijken was nog nooit zo leuk
Even serieus, de programma’s en seriemarathons die tijdens zomervakanties voorbij kwamen, waren toch geweldig? Vooral als het regende en je urenlang alleen maar naar het scherm kon staren.
22. Je had tijd om je te vervelen
We hebben allemaal als kind weleens verveeld door het huis gelopen of aan onze moeders gevraagd wat we moesten gaan doen. Dat kon. Daar was tijd voor.
23. Je was centimeters gegroeid
Echt. Na de zomervakantie was je stukken langer!
24. Je kon eindelijk weer nieuwe schoolspullen kopen
Aan het einde van de zomer was het weer zover: welke agenda’s moest je hebben dit jaar? Van geurpennen tot een etui; alles werd opnieuw gekocht. Alleen nu die boeken nog kaften…
25. Een middagdutje doen, was heel normaal
En vaak tegelijk met de hele familie. Die zon maakte je duf!
26. Je bouwde hele dorpen aan zandkastelen
Mét onzichtbare prinsen en prinsessen.
27. Je werd gelijk onder de douche gezet na een dag strand
Nu halen we eerst twee tassen leeg, kloppen we handdoeken uit en ruimen we het zandspoor op in de gang. Hierna kunnen we best even douchen.