Zo maak de de populaire Franse gebakjes genaamd cannelés
Als je ons voor je wil winnen, houd ons dan even een of twee (want één is er eigenlijk altijd te weinig) cannelés voor. Deze Franse gebakjes hebben als ze goed gemaakt zijn een donkere, krokante buitenkant en een chewy, custard-achtig binnenste. Ze smaken naar vanille en rum. Na héél veel testen hebben we het ultieme recept voor cannelés waarmee je deze Franse zaligheden zelf kunt maken.
Wist je dat cannelés (ook wel geschreven als canelés) de favoriete zoetigheid zijn van Samin Nosrat? Wij snappen wel waarom. Ze zien er een beetje intimiderend uit en ook van het klassieke recept kan de moed je in de schoenen zinken. Zo staat er in traditionele Franse recepten bijvoorbeeld dat je cannelés moet bakken in koperen bakvormpjes (hartstikke duur, die krengen) die je eerst moet insmeren met bijenwas.
Dat gaan wij allemaal niet doen natuurlijk. Want gelukkig kun je ook bakvormen voor cannelés kopen van siliconen of – onze favoriet – roestvrijstaal met een anti-aanbaklaag. En met een beetje gesmolten boter lukt dat invetten ook prima.
Van alle recepten die we hebben getest, vormde dat van Yvette van Boven (uit haar boek Home Baked) de beste basis. We merkten dat onze cannelés daarnaast het beste worden als we ze eerst kort op 250 graden bakken (voor dat gekarameliseerde buitenkantje) en daarna op 180 graden verder laten garen. Probeer het eens: wij bakken ze regelmatig op deze manier.
Recept voor cannelés
Let op: begin een dag van tevoren, want voor de beste cannelés moet het beslag 24 uur rusten.
Doe de melk en boter in een steelpannetje. Snijd de vanillepeul open en schraap het merg eruit. Voeg zowel de peul als het merg toe aan de melk. Verwarm tot de melk tegen de kook aan zit, zet het vuur op z’n laagst en laat 30 minuten trekken.
Meng ondertussen in een grote kom de suiker en de bloem.
Giet de warme melk door een zeef bij de bloem en roer met een garde tot een glad mengsel. Doe de eidooiers en het hele ei erbij, evenals de rum. Meng goed met de garde tot een homogeen mengsel.
Schep of giet het mengsel over in een afgesloten verpakking die in de koelkast past en zet het voor 24 uur weg in de koelkast.
De volgende dag kun je je oven alvast voorverwarmen op 250 graden.
Vet de bakvorm voor de cannelés goed in met de gesmolten boter. Roer het beslag nog even goed door en verdeel het daarna over de vormpjes tot ongeveer 5 mm onder de rand.
Zet ze in de oven en bak ze 5 minuten op 250 graden. Zet de temperatuur van de oven dan terug naar 180 graden en laat ze nog 45 minuten bakken.
Stort de cannelés daarna meteen uit de bakvorm en laat ze helemaal afkoelen. Eet ze het liefst op de dag zelf, dan zijn ze het meest krokant.