Nachtboek Maud #32: ‘Hij pakte mij midden op straat op mijn bek’
Maud is haar pil twee keer vergeten en moet dus op jacht naar een morning-afterpil. Een ongunstig moment, want ze heeft ook net haar eerste sollicitatie bij een restaurant in Amsterdam. Ze probeert haar draai te vinden in de voor haar gloednieuwe stad en een baantje hoort daar absoluut bij. Maar bij de sollicitatie loopt ze wederom iemand tegen het lijf die ze van vroeger kent…
Daar in de keuken staat Jelle. In het middelpunt van de belangstelling, zoals ik van hem gewend ben. Iedereen lacht smakelijk om een grap die hij net heeft gemaakt. Ik moet eerlijk bekennen dat er een klein schokje door me heen gaat als ik hem daar zie staan. Maar is het omdat ik iets voel? Of is het gewoon omdat ik schrik van het feit dat ik hem weer tegenkom? Ik kan mijn gevoel niet goed plaatsen, maar erg lang de tijd om erover na te denken heb ik niet.
„Maud, wat doe jij nou hier?!” roept Jelle als hij mij met Stephanie in de deuropening ziet staan. „Dit is onze nieuwe collega als alles goed gaat”, zegt Stephanie lachend voordat ik een woord kan uitbrengen. „Jullie kennen elkaar?”, vervolgt ze.
Omdat het mij niet heel handig lijkt om bij je nieuwe werkgever te zeggen dat je samenwerkt met een ex, brabbel ik iets over een vroeger klasgenootje en kijk ik Jelle smekend aan. Hij begrijpt de hint meteen en praat mee met mijn verhaal alsof hij net van de toneelschool komt in plaats van een tussenjaar in Australië. Als Stephanie mij vervolgens aan de rest heeft voorgesteld en mij even alleen laat met de groep, neemt Jelle mij apart.
„Wat leuk dat je hier ook komt werken!”, zegt hij met een twinkeling in zijn ogen. „Ja hè?”, zeg ik met een glimlach op mijn gezicht en ik merk dat ik het meen. Oké, misschien is het niet heel erg verstandig om bij mijn eerste baantje in Amsterdam te gaan samenwerken met een ex, maar het is zo lang geleden en ik vind het eigenlijk ook wel fijn dat ik al iemand ken. En het restaurant lijkt me ontzettend leuk om te werken.
Mijn week proefdraaien ging als een tierelier. Hoewel ik dus behoor tot de groep mensen die zichzelf gerust als ‘kluns’ kan omschrijven, leer ik binnen de kortste keren hoe ik met meer dan één bord nog redelijk stabiel vanuit de keuken naar de tafels loop en ik heb slechts één keer wat glazen om laten vallen, maar de enige persoon die toen in de buurt was, was Jelle en die heeft er niks over gezegd. Ik ben verrassend goed in het socializen met de gasten en samen met de fooien die dat met zich meebrengt kan ik zeggen dat ik best een lekker zakcentje aan dit baantje overhoud.
Ook Stephanie vindt dat ik het goed heb gedaan, dus na een week heb ik officieel een bijbaantje. Het enige is dat ik Sam nog niet verteld heb dat ik met Jelle samenwerk en ik weet niet goed hoe ik dat nieuws moet gaan brengen. Eigenlijk is het helemaal niet zo erg toch? Maar ik kan me voorstellen hoe ik mij zou voelen als ik zou horen dat Sam met Bella samen zou werken. En dat gevoel zit mij eigenlijk helemaal niet lekker…
Als het vrijdag is en het restaurant is gesloten, besluiten we met de crew met zijn allen naar het centrum te gaan voor een borrel. We drinken cocktails en gin tonics bij SNAPPERS, een tent in de Reguliersdwarsstraat. Het staat er bomvol en ik heb al de nodige versnaperingen naar achteren gegooid als ik van achteren een hand op mijn heup voel. Als ik mij omdraai staat Jelle lachend achter me. Ik merk wederom een kriebel, maar deze keer weet ik 100 procent zeker dat het geen fijne kriebel is. Aan de manier waarop hij mij vastpakte voel ik dat hij eigenlijk meer van mij wil. En ik merk ook dat ik daar helemaal geen behoefte toe heb. Ik ben zó blij met Sam.
Ik besluit hem mee naar buiten te nemen om hem te vertellen hoe ik mij voel en dat ik het niet prettig vind als hij mij zo aanraakt. Maar Jelle is overduidelijk stomdronken en lijkt mijn suggestie om naar buiten te gaan te hebben geïnterpreteerd als een akkoord om nog meer aan mij te zitten. Hij begint me te knuffelen, murmelt iets in de trant „Lief Maudje, ik heb je eigenlijk best wel gemist” en komt vervolgens steeds dichterbij. En dan pakt hij mij midden op straat op mijn bek…