Dit zijn 9 woorden die je sowieso herkent als je carnaval viert
Het is aftellen geblazen, daar onder de rivieren. Nog even en dan mogen de bontste pakjes weer aan, staat de foutste en gezelligste muziek weer op en zal er gedronken worden als nooit te voren. Carnaval is on its way en daarbij ook een aantal bekende woorden. Tijdens de carnaval vliegen de gekste woorden om je oren. Althans, als je niet uit het zuiden komt. We hebben er een paar voor je op een rijtje gezet.
1. Alaaf
Toespraken tijdens carnaval zijn altijd, maar dan ook altijd, doorspekt met het ‘alaaf’. Alaaf is in Limburg met carnaval een soort begroeting.
2. Buut reedners
Deze mensen staan eigenlijk altijd in een ton (daarom ook wel ‘tonproaters’ genoemd) en bespreken actuele zaken in het Limburgse dialect. Lachen gegarandeerd.
3. Aswoensdag en askruisje
De eerste dag na carnaval, de woensdag, wordt ook wel aswoensdag genoemd. Officieel gezien is het feest dan afgelopen en beginnen de veertig dagen vasten tot Pasen. Gebruikelijk om op die woensdag een askruisje oftewel een ‘assekruuske’ te halen.
4. Hieringsjille
Ook op woensdag: Hieringsjille. Watte? Lekker haringen eten.
5. Vasteloavend
In Limburg vier je geen carnaval, maar vasteloavend.
6. Gekke maondaag
Het verschilt per dorp, maar over het algemeen wordt de laatste maandag voor carnaval een pre-party gehouden die gekke moandaag heet. Gekkenhuis.
7. Brokke dinsdaag
Na die maandag is het tijd om uit te brakken. Brokke dinsdaag a.k.a. brakke dinsdag is een feit.
8. Prins en adjudant
De echte die hards dromen ervan om prins of prinses te worden, ofwel de heersers over het carnavalsrijk. Altijd gesteund door twee adjudanten.
9. Nonnevot en zuur vlees
Wat eet je tijdens het bonte festijn? Nonnevotten en zoer vleisj natuurlijk. Ohja en heel veel friet en frikandellen en pizza en alles wat maar niet goed voor je is.